Winterswijkse Vrijdenkers
START
EIND
LOCATIE
ORGANISATOR
PROGRAMMA
TELEFOON
Vier Winterswijkers staan tijdens deze expositie centraal. Alle vier hebben ze op hun eigen wijze bijgedragen aan de geschiedenis van Winterswijk.
Tante Riek ( Winterswijk 1893 – Ravensbrück 1944)
Helena Kuipers-Rietberg was een van de belangrijkste mensen in het Nederlandse verzet. Al vanaf het begin van de oorlog hielpen zij en haar man Piet onderduikers aan een schuiladres. Door haar actieve rol in het gereformeerde vrouwen verenigingsleven beschikte “Tante Riek”over een groot landelijk netwerk. Samen met dominee Frits Slomp richtte ze Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (L.O.) op.
Gradus Kobus (Winterswijk 1879 – Neuengame 1942)
Als voorman van de lokale afdeling van de Communistische Partij had Gradus ook contacten met Duitse partijgenoten. Door die connecties onderkende hij al snel na 1933 het gevaar van de nazi’s. Hij hielp naar Nederland gevluchte communisten en socialisten illegaal de grens over en zorgde dat ze via het netwerk van de Internationale Roode Hulp in ons land een veilige plek kregen.
Johanna Reiss (Winterswijk 1932) Johanna Reiss, geboren als Annie de Leeuw is bekend geworden als auteur van De schuilplaats, een boek over haar leven als Joodse onderduiker in de Tweede Wereldoorlog. Twee jaar en zeven maanden zat zij als kind ondergedoken in het dorp Usselo bij Enschede. Met enige regelmaat komt Johanna vanuit New, haar huidige woonp-laats, naar Nederland en Duitsland om op scholen met jonge mensen te spreken en te waarschuwen tegen fascisme en antisemitisme.
Gerrit Komrij (Winterswijk 1944 – Amsterdam 2012) – vanaf 23 juni
Komrij, geboren in de Iepenstraat 23 (‘in een werkmansstraat – type tuindorp’) was een Nederlands dichter en kenner van de Nederlandse poëzie schrijver, vertaler, criticus, polemist en toneelschrijver. In 1993 werd hem de P.C. Hooft-prijs toegekend voor zijn beschouwend proza. Hij was van 2000 tot 2004 de Dichter des Vaderlands. Komrij stond bekend om zijn virtuoze en kleurrijke taalgebruik en was een gevreesd polemist.
Locatie: MuseumFabriek, Laan van Hilbelink 6-10
Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 9.30-12.00 uur en van 13.30-17.00 uur (inloop tot 16.00 uur)
Entree: € 4,-
Winterswijkse Vrijdenkers
Vier Winterswijkers staan tijdens deze expositie centraal. Alle vier hebben ze op hun eigen wijze bijgedragen aan de geschiedenis van Winterswijk.
Tante Riek ( Winterswijk 1893 – Ravensbrück 1944)
Helena Kuipers-Rietberg was een van de belangrijkste mensen in het Nederlandse verzet. Al vanaf het begin van de oorlog hielpen zij en haar man Piet onderduikers aan een schuiladres. Door haar actieve rol in het gereformeerde vrouwen verenigingsleven beschikte “Tante Riek”over een groot landelijk netwerk. Samen met dominee Frits Slomp richtte ze Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (L.O.) op.
Gradus Kobus (Winterswijk 1879 – Neuengame 1942)
Als voorman van de lokale afdeling van de Communistische Partij had Gradus ook contacten met Duitse partijgenoten. Door die connecties onderkende hij al snel na 1933 het gevaar van de nazi’s. Hij hielp naar Nederland gevluchte communisten en socialisten illegaal de grens over en zorgde dat ze via het netwerk van de Internationale Roode Hulp in ons land een veilige plek kregen.
Johanna Reiss (Winterswijk 1932) Johanna Reiss, geboren als Annie de Leeuw is bekend geworden als auteur van De schuilplaats, een boek over haar leven als Joodse onderduiker in de Tweede Wereldoorlog. Twee jaar en zeven maanden zat zij als kind ondergedoken in het dorp Usselo bij Enschede. Met enige regelmaat komt Johanna vanuit New, haar huidige woonp-laats, naar Nederland en Duitsland om op scholen met jonge mensen te spreken en te waarschuwen tegen fascisme en antisemitisme.
Gerrit Komrij (Winterswijk 1944 – Amsterdam 2012) – vanaf 23 juni
Komrij, geboren in de Iepenstraat 23 (‘in een werkmansstraat – type tuindorp’) was een Nederlands dichter en kenner van de Nederlandse poëzie schrijver, vertaler, criticus, polemist en toneelschrijver. In 1993 werd hem de P.C. Hooft-prijs toegekend voor zijn beschouwend proza. Hij was van 2000 tot 2004 de Dichter des Vaderlands. Komrij stond bekend om zijn virtuoze en kleurrijke taalgebruik en was een gevreesd polemist.
Locatie: MuseumFabriek, Laan van Hilbelink 6-10
Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 9.30-12.00 uur en van 13.30-17.00 uur (inloop tot 16.00 uur)
Entree: € 4,-