450 jaar op zoek naar

VRIJHEID VERDRAAGZAAMHEID VERBONDENHEID VERSCHEIDENHEID

450 jaar op zoek naar

VRIJHEID
VERDRAAGZAAMHEID
VERBONDENHEID
VERSCHEIDENHEID

Veerse wapens voor Oranje

START

3 mei 1572

EIND

3 mei 1572

PLAATS

Veere (Zl)

Nadat Vlissingen zichzelf op 6 april 1572 had ‘bevrijd’ van koningsgezinde troepen reageerden opstandige Veerse vissers op dezelfde wijze als hun Vlissingse collega’s. Voor de visserij was het een lastig jaar geweest, de vissersbevolking verarmde en kwam in actie. Ze wilden geen garnizoen en maakten zich meester van het arsenaal. Dit gloednieuwe gebouw was gevuld met munitie en geschut, waaronder tweeduizend scheepskanonnen. Een van de belangrijkste wapenarsenalen van de Nederlanden kwam zodoende in handen van de opstandelingen.

Op het Walcherse platteland was de situatie gespannen. Koningsgezinde troepen hadden het land onder water laten lopen en huizen en boerderijen geplunderd. Walcherse boeren keerden zich tegen de soldaten door de bevoorrading van schepen te verhinderen. Voor de  steden Domburg en Westkapelle was het animo om in opstand te komen gering. Ze bleven trouw blijven aan de landsheer, koning Filips II. Ondertussen waren er wel contacten tussen Walcheren en Den Briel en de Prins van Oranje die op de Dillenburg verbleef, met het verzoek om troepen te sturen.

Wekenlang hielden de Veerse vissers het arsenaal bezet. Twee Veerse schippers met de merkwaardige namen Lein Jacobsz. Tay en Koeyevleisch hadden na een aanvaring met Watergeuzen te verstaan gekregen dat Veere zich bij hen moest aansluiten. Op 3 mei 1572 trokken de geuzen Veere binnen. Een brief van Alva van 4 mei, waarin stond dat de stad stand moest houden tegen de opstandelingen, kwam te laat. De wapens in het Veerse arsenaal kwamen goed van pas bij de strijd.

Door deze beslissing van Veere kwam het koningsgetrouwe Middelburg alleen te staan. De Oranjesteden Veere en Vlissingen werden beloond met voorrechten zoals afgevaardigden in de Staten van Zeeland en de Staten-Generaal.

Veerse wapens voor Oranje

Nadat Vlissingen zichzelf op 6 april 1572 had ‘bevrijd’ van koningsgezinde troepen reageerden opstandige Veerse vissers op dezelfde wijze als hun Vlissingse collega’s. Voor de visserij was het een lastig jaar geweest, de vissersbevolking verarmde en kwam in actie. Ze wilden geen garnizoen en maakten zich meester van het arsenaal. Dit gloednieuwe gebouw was gevuld met munitie en geschut, waaronder tweeduizend scheepskanonnen. Een van de belangrijkste wapenarsenalen van de Nederlanden kwam zodoende in handen van de opstandelingen.

Op het Walcherse platteland was de situatie gespannen. Koningsgezinde troepen hadden het land onder water laten lopen en huizen en boerderijen geplunderd. Walcherse boeren keerden zich tegen de soldaten door de bevoorrading van schepen te verhinderen. Voor de  steden Domburg en Westkapelle was het animo om in opstand te komen gering. Ze bleven trouw blijven aan de landsheer, koning Filips II. Ondertussen waren er wel contacten tussen Walcheren en Den Briel en de Prins van Oranje die op de Dillenburg verbleef, met het verzoek om troepen te sturen.

Wekenlang hielden de Veerse vissers het arsenaal bezet. Twee Veerse schippers met de merkwaardige namen Lein Jacobsz. Tay en Koeyevleisch hadden na een aanvaring met Watergeuzen te verstaan gekregen dat Veere zich bij hen moest aansluiten. Op 3 mei 1572 trokken de geuzen Veere binnen. Een brief van Alva van 4 mei, waarin stond dat de stad stand moest houden tegen de opstandelingen, kwam te laat. De wapens in het Veerse arsenaal kwamen goed van pas bij de strijd.

Door deze beslissing van Veere kwam het koningsgetrouwe Middelburg alleen te staan. De Oranjesteden Veere en Vlissingen werden beloond met voorrechten zoals afgevaardigden in de Staten van Zeeland en de Staten-Generaal.

START

3 mei 1572

EIND

3 mei 1572

PLAATS

Veere (Zl)