Vlaardingen in de as
START
EIND
PLAATS
Net als flink wat andere dorpen en steden hield Vlaardingen flinke littekens over aan de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Op 2 juni 1574 ging de stad namelijk in vlammen op. De geuzen staken de boel bewust in de fik. Daartoe had Willem van Oranje een dag eerder opdracht gegeven. Door de vlammenzee veranderde Vlaardingen in een ruïne en moesten de ongeveer 1.500 inwoners hun boeltje oppakken en vluchten naar Schiedam en Voorne en Putten.
Onbruikbaar
Met de brandstichting had Willem van Oranje een strategisch doel voor ogen. Een maand eerder had de nieuwe landvoogd Luis de Requesens (de opvolger van Alva) opdracht gegeven Holland opnieuw te bezetten en Leiden in te nemen. Het regeringsleger wilde via Vlaardingen doorstoten naar Rotterdam. De geuzen anticipeerden daarop. Zij pasten voor Vlaardingen de tactiek van de verschroeide aarde toe: alles platbranden, zodat de vijand hier geen voordeel van heeft. Gulzige vlammen legden onder andere molens, het Vlaardingse stadhuis en de visbank in de as. Terug van het aangerichte inferno verschansten de geuzen zich bij Vijfsluizen, onder de rook van Schiedam.
Vlucht en terugkeer
Na de stadsbrand van Vlaardingen versterkte Willem van Oranje Schiedam, terwijl het regeringsleger in het najaar van 1574 neerstreek tussen de ruïnes van Vlaardingen. De Vlaardingers die nog niet waren gevlucht, vertrokken nu halsoverkop naar Voorne-Putten. Daar hadden de geuzen het nog voor het zeggen. In de zomer van 1575 keerde een groot deel van de vluchtelingen weer terug naar Vlaardingen.
Vlaardingen in de as
Net als flink wat andere dorpen en steden hield Vlaardingen flinke littekens over aan de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Op 2 juni 1574 ging de stad namelijk in vlammen op. De geuzen staken de boel bewust in de fik. Daartoe had Willem van Oranje een dag eerder opdracht gegeven. Door de vlammenzee veranderde Vlaardingen in een ruïne en moesten de ongeveer 1.500 inwoners hun boeltje oppakken en vluchten naar Schiedam en Voorne en Putten.
Onbruikbaar
Met de brandstichting had Willem van Oranje een strategisch doel voor ogen. Een maand eerder had de nieuwe landvoogd Luis de Requesens (de opvolger van Alva) opdracht gegeven Holland opnieuw te bezetten en Leiden in te nemen. Het regeringsleger wilde via Vlaardingen doorstoten naar Rotterdam. De geuzen anticipeerden daarop. Zij pasten voor Vlaardingen de tactiek van de verschroeide aarde toe: alles platbranden, zodat de vijand hier geen voordeel van heeft. Gulzige vlammen legden onder andere molens, het Vlaardingse stadhuis en de visbank in de as. Terug van het aangerichte inferno verschansten de geuzen zich bij Vijfsluizen, onder de rook van Schiedam.
Vlucht en terugkeer
Na de stadsbrand van Vlaardingen versterkte Willem van Oranje Schiedam, terwijl het regeringsleger in het najaar van 1574 neerstreek tussen de ruïnes van Vlaardingen. De Vlaardingers die nog niet waren gevlucht, vertrokken nu halsoverkop naar Voorne-Putten. Daar hadden de geuzen het nog voor het zeggen. In de zomer van 1575 keerde een groot deel van de vluchtelingen weer terug naar Vlaardingen.